Welke relatie zien kinderen/jongeren tussen eigen inspanning en het resultaat? Wat zorgde voor succes of wat zorgde voor falen? In- of externe attributie heeft invloed hoe een kind omgaat met een mislukking. Kan deze omgebogen worden tot een leerervaring of verliest het kind de moed? Doorzetten of opgeven?
Interne attributie
Bij interne attributie denkt het kind dat het succes of falen komt door iets wat hij of zij zelf gedaan heeft. Het kind zegt eigenlijk: dit is mijn eigen prestatie. Dit is het gevolg van mijn eigen handelen.
Externe attributie
Bij externe attributie denkt het kind dat het succes of falen door iets komt buiten de eigen invloed. Het kind zegt eigenlijk: ik kon er niets aan doen. Bij externe attributie speelt er angst voor verantwoordelijkheid. Kinderen en jongeren met deze angst vertonen vluchtgedrag. Ze kiezen steeds voor de makkelijke weg omdat ze op zoek zijn naar een zorgeloos leven. Ze hebben geen grip op hun emoties, vermijden zelfinzicht en geven de schuld aan de omstandigheden of anderen. Om de relatie te leren zien tussen eigen inspanning en resultaat (interne attributie) is het nodig dat er wrijving ontstaat - er moet echt inspanning geleverd worden. Als er te weinig inspanning geleverd hoeft te worden - doordat de uitdaging niet groot genoeg is= dan kan de interne attributie zich niet goed ontwikkelen.