De locus of control zegt iets over de invloed die iemand denkt te hebben op het eigen leven en op eigen ontwikkeling en prestaties. Heb je invloed of overkomen dingen je?
Iemand met een interne locus of control gelooft dat hij zijn eigen leven bepaalt. Iemand met een externe locus of control gelooft dat zijn leven bepaald wordt door zijn omgeving, het lot, toeval of andere mensen en/of god. Bij een externe locus of control is er onvoldoende koppeling tussen eigen inspanning en resultaat. Er wordt bijvoorbeeld gewacht 'tot ik zin heb'; ik doe het morgen wel. Uitstelgedrag. Kinderen en jongeren met deze afhankelijkheid grijpen naar excuses en soms ook leugens die buiten hun eigen cirkel van invloed liggen. Op deze manier kunnen ze steeds verder weg raken raken van zelfkennis en zelfvertrouwen.
Een kind waarvoor altijd alle geregeld wordt kan een externe locus of control ontwikkelen. Hierdoor zal deze minder bereid zijn om zich in te zetten om iets te bereiken omdat hij of zij er toch geen of weinig invloed op denkt te hebben. Terecht of onterecht. Om het gevoel te krijgen dat je ergens invloed op hebt is het nodig dat je verantwoordelijkheid krijgt en leert dragen. En dan mag het ook misgaan; daar leer je van.