Onderpresteren is lager presteren dan je eigenlijk zou kunnen. Presteren onder eigen niveau is niet per definitie erg, maar er bestaat het risico dat hierdoor onvrede, onzekerheid of een verkeerd zelfbeeld ontstaat. Onderpresteren kan te maken hebben met verloren vertrouwen, aangeleerde hulpeloosheid of risico mijden. Het speelt zich vaak op meerdere levensgebieden af. Het kind/jongere is niet gewend aan inspanning leveren. Onderpresteren is een chronisch probleem. Een IQ is belangrijk; maar motivatie, inzet en zelfsturing zijn belangrijker. Een vraag die gesteld moet worden bij onderpresteren is of dit voor degene die onder-presteert zelf een probleem is. Of is het een probleem voor de omgeving? Onderpresteren is dus iets om te onderzoeken. Is het oké dan is het oké, maar als er problemen zijn of verwacht worden dan is het goed om te kijken waardoor er onder-gepresteerd wordt en wat er aan gedaan kan worden. Dit is een proces waarbij zowel zowel het het kind/jongere zelf als de omgeving van invloed is.
Oorzaken
Onderpresteren kan meerdere oorzaken hebben. De belangrijkste zijn motivatie, zelfsturing, executieve functies en zelfbeeld/zelfinzicht. Het zelfbeeld heeft invloed op de motivatie en de zelfsturing van een kind of volwassene. Motivatie en zelfsturing hebben invloed op het willen en kunnen neerzetten van prestaties. Voor zelfsturing zijn executieve functies nodig. Hoe beter die ontwikkelt zijn hoe beter de zelfsturing gaat. Doordat het 'gemiddelde aanbod op school' voor hoogbegaafde kinderen soms onvoldoende een beroep doet op de inzet van executieve functies lopen zij ook hierdoor het risico deze onvoldoende te kunnen ontwikkelen.
Voorbeelden
- Niet uit de toon willen vallen (binnen de groep) of juist wel uit de toon willen vallen (binnen het gezin).
- Niet de ruimte krijgen (of voelen) om jezelf te kunnen zijn.
- onjuist/laag zelfbeeld (of depressief)
- de stof wordt niet gezien als- of is niet interessant, relevant of belangrijk genoeg.
- Onafhankelijkheid willen benadrukken
- Macht (naar ouders en leerkrachten)
- Boosheid of woede (naar ouders en leerkrachten)
- gemakzucht: onderpresteren is makkelijker dan verwachtingen van anderen vervullen.
- gevoelde druk om tot prestatie te komen
- aandacht vragen
- risico mijden
- afhankelijkheid (van hulp en sympathie)
- geen plezier in leren - bijvoorbeeld door een externe beloning (wortel aan een stok).
- niet planmatig kunnen werken
- geen studiegewoonten en overzicht van de leerstof
- snel afgeleid en/of te impulsief
- een leerbeperking of handicap - maar is het dan onderpresteren?
- andere zorgen, bijvoorbeeld in het gezin.
- onbegrepen en/of ondergewaardeerd voelen.
Aanpak
Om weer te kunnen komen tot presteren op eigen niveau is er veel tijd, geduld en steun nodig van de omgeving. Het is allereerst nodig het (gedrags)probleem te doorbreken en daarnaast nieuwe denkgewoonten en een andere aanpak aan te leren. Niet alleen bij het kind of jongere, maar ook bij ouders en/of school.
Bij dit traject help ik graag!